Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening is opgemaakt in overeenstemming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld is.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige arbeidskosten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen.
De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) wordt er wel een verplichting opgenomen.

De uitgangspunten van de verwerking van de algemene uitkering in deze jaarrekening is de decembercirculaire 2017.

Een aanvrager van Wmo-voorzieningen is op grond van de Wmo een eigen bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze bijdrage wordt uitgevoerd door het Centraal Administratiekantoor (CAK). Het CAK verstrekt de gemeente een totaaloverzicht waarbij maandelijks afstorting van de geïncasseerde bijdragen aan de gemeente plaatsvindt. Aangezien, omwille van privacy overwegingen, de inkomensgegevens van cliënten niet op het totaaloverzicht van het CAK zijn opgenomen heeft de gemeente geen inzicht in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt. Daardoor kan door onze gemeente geen sluitende controle op de juistheid en volledigheid van de ontvangen bijdragen worden uitgevoerd.

Balans

Vaste activa

Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs en zijn apart op de balans gepresenteerd (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). De presentatie in de balans is als volgt: op de activazijde staat de uitgifteprijs van de gronden en op de passivazijde de afkoopsommen minus de jaarlijks vrijgevallen bedragen..

Overige investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt er op het saldi afgeschreven. Slijtende investeringen worden het boekjaar na het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte levensduur, waarbij er rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

  • Gronden en terreinen         n.v.t.
  • Woonruimten            40
  • Gebouwen            40
  • Vervoermiddelen         10
  • Machines, apparaten en installaties   5-10
  • Overige materiële vaste activa      5-10 (inventarissen)
  • Grond-, weg- en waterbouwwerken   20
  • Riolering/milieu         15-60
  • Overige mva met maatschappelijk nut   10-20

De gehanteerde afschrijvingsmethodes zijn:

  • Lineair;
  • Annuïtair (voor investering waarvoor een heffing geheven wordt).

Investeringen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Onder het BBV is de basisregel dat investeringen met economisch nut geactiveerd dienen te worden. Alle investeringen in het riool en afval - ook de vervangingsinvesteringen-  vallen onder de investeringen met een economisch nut. De gemeente kan middelen genereren via het riooltarief/afvalstoffentarief, dan wel via doorbelasting in de prijs van te verkopen gronden. De geactiveerde investeringen leiden tot kapitaallasten en deze lasten kunnen op grond van artikel 228a Gemeentewet in het tarief worden meegenomen.

Overige gronden zonder vaste bestemming, die geen onderdeel zijn van een transformatieproces.
Gronden waar de gemeente op termijn wel verwacht plannen voor te ontwikkelen, hebben nog geen vaste bestemming. Zolang nog geen exploitatieplan/-begroting is vastgesteld, dan vallen de aangekochte gronden onder deze categorie. Er heeft (nog) geen afwaardering plaatsgevonden (voor 1 januari 2019).

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappellijk nut

Overeenkomstig de nota Investeren, Waarden en Afschrijven, worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven in 20 jaar. Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien.

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Indien van toepassing is er een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal er een afwaardering plaatsvinden.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd kunnen worden aangemerkt. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingkosten in mindering gebracht.
Voor verwachte verliezen c.q. tekorten wordt een voorziening getroffen tegen netto contante waarde.

Vorderingen en overlopende activa

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is bepaald op basis van percentages per ouderdomscategorie.

Liquide middelen

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd voor het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Er zijn ook voorzieningen die geen verplichting zijn, maar waardeverminderingen
(v.b.: dubieuze debiteuren) die leiden niet tot opname van voorzieningen aan de passivazijde, maar  als waardevermindering van de desbetreffende activa.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één of meerdere jaren.

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.