De financieringswijze van gemeenten is begrenst door verschillende wet- en regelgeving. Het doel daarvan is zorgen dat de gemeenten op een verantwoorde wijze omgaan met externe financiering en prudent omgaan met het financieren van externe partijen.
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bepaalt dat gemeenten in het jaarverslag verantwoording afleggen over de financieringswijze. Deze verantwoording vindt plaats in de begroting en in de jaarrekening. De paragraaf financiering moet als deze verantwoording worden beschouwd. Ook de resultaten van de financieringsfunctie worden hier beschreven.
De kaders voor financiering van gemeenten en andere decentrale overheden zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO). Hiernaast heeft de gemeente Nissewaard een aantal aanvullende regelingen opgesteld waarin de kaders voor de financieringsfunctie en de treasuryfunctie meer specifiek zijn afgebakend. De belangrijkste zijn de financiële verordening, de nota rentebeleid, de regeling treasury en de beleidsregels gemeentegaranties.
Beleidsmatig zijn ook de economische ontwikkelingen en de stand van zaken op de financiële markten beschreven. Onze interpretatie bepaalt mede de invulling van de financieringsfunctie van de gemeente Nissewaard.
Macro-economisch bezien was 2017 een goed jaar. Het Nederlandse BBP is het afgelopen jaar gestegen met 3,2%. De werkloosheidscijfers lieten een forse afname zien. Het aantal werklozen binnen de beroepsbevolking liep met bijna 100.000 personen terug tot 440.000.
De stijging van de koopkracht bleef beperkt tot 0,3%. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de opgelopen inflatie en de toegenomen importprijzen. Dit is een logisch gevolg van de economische hausse.
De EMU-schuld liep verder terug dan vooraf geraamd. Het saldo ultimo 2017 is 56,6%, ultimo 2016 bedroeg het saldo nog 61,8%. Het Centraal Planbureau voorziet ook voor het komende jaar verdere een daling.
De rentetarieven op de geld en kapitaalmarkt bleven het afgelopen jaar historisch laag door het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Het effect van dit beleid is sterker dan de aangetrokken economische activiteit.
In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van de rente over de afgelopen 5 jaar in beeld gebracht.
De rente voor de kapitaalmarkt (looptijd langer dan 1 jaar) loopt in 2017 licht op, maar de rente voor de geldmarkt blijft onverminderd laag.
De financiering van investeringen met een meerjarige looptijd wordt over het algemeen gefinancierd met een langlopende lening. Omdat de rentelasten van de lening worden toegerekend aan de investeringen vallen de kosten van de financiering samen met de periode dat de investering in gebruik is.
Binnen de gemeente Nissewaard vindt de financiering niet plaats op projectbasis, maar is er een totaalfinanciering. Hierbij is het aantrekken van leningen gebaseerd op de financieringsbehoefte van de gemeente als geheel.
Bij het aantrekken van nieuwe leningen wordt gekeken naar de wet- en regelgeving hieromtrent. Binnen dit normenkader is er een zekere keuzevrijheid voor de gemeente.
Bij het afsluiten van een nieuwe financiering voor langere en korte periode worden de voorwaarden getoetst op de volgende eigenschappen.
- De financiering is flexibel.
- De financiering geschiedt tegen de laagste kosten.
- De risico's verbonden aan de financiering moeten beheersbaar zijn en passen binnen de eisen die de wet Fido stelt.
- De looptijd en aflossingstermijnen passen binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
De financieringspositie van de gemeente wordt in belangrijke mate bepaald door de grondexploitatie en het investeringsvolume.
In 2017 is er voor € 40 mln aan nieuwe langlopende leningen aangetrokken, tegen een rentetarief van 1,117%. Verder is in verband met de herstructurering van Voorne-Putten Werkt de leningenportefeuille ter grootte van € 1 mln overgenomen. Het totaal van de aflossingen bedroeg € 40,6 mln.
Het totaal van de opgenomen leningen bedraagt ultimo 2017 € 305 mln. De omvang van de uitgezette leningen bedraagt ultimo 2017 € 43,9 mln.
Kasgeld
Het kasgeldbeheer vindt gecentraliseerd plaats binnen de gemeente. Tijdelijke overliquiditeit kan worden uitgezet bij toegestane marktpartijen, zoals genoemd in de regeling treasury Nissewaard.
Voor het aantrekken van kortlopende middelen zal voor wat betreft de omvang het plafond van de wet Fido in acht moeten worden genomen.
Het doel van de financieringsfunctie van de gemeente is het zo efficiënt mogelijk beheren van de inkomende en uitgaande geldstromen en fungeert niet als 'profit center'. Dit is in overeenstemming met de voorschriften die het BBV aan de treasury stelt.
De liquiditeitsplanning wordt regelmatig bijgesteld op basis van de realisaties en bijgestelde verwachtingen. Door middel van automatische incasso proberen we de grip op de liquiditeit bij de gemeentelijke heffingen te vergroten.
Overtollige middelen
Voor overtollige middelen is de gemeente wettelijk verplicht deze te storten bij het Rijk. Door middel van het schatkistbankieren worden de middelen door middel van een rekening-courant dagelijks bij de Staat der Nederlanden gestort.
Dividenden
De gemeente Nissewaard heeft uit hoofde van de publieke functie deelnemingen of neemt deel in het kapitaal van diverse vennootschappen. Het gaat hierbij om de volgende vennootschappen:
- BNG Bank N.V.
- Eneco Groep N.V.
- Stedin Holding N.V.
- B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides
- Dataland B.V.
- N.V. Reinis.
De gemeente ontvangt van een aantal van deze vennootschappen dividend. In 2017 was de dividendopbrengst uit hoofde van de treasuryfunctie van de gemeente € 3.049.545. De dividenduitkering van N.V. Reinis valt niet binnen de treasuryfunctie, omdat dit bedrag wordt gebruikt in de berekening van de tarieven van de afvalstoffenheffing.
Valuta en koersrisico's
De gemeente Nissewaard heeft geen posities in vreemde valuta. Er is voor de gemeente geen valutarisico. De aandelenbelangen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingswaarde of lagere marktwaarde en geven nauwelijks koersrisico's.
Renterisico's
De wet Fido legt de gemeente een kasgeldlimiet en een renterisiconorm op. De kasgeldlimiet begrenst het renterisico op korte termijn en heeft betrekking op de kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De belangrijkste vormen zijn daggeld- en kasgeldleningen en rekening-courantkrediet.
De kasgeldlimiet gebiedt dat de kortlopende financieringen niet meer mogen bedragen dan 8,5% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente Nissewaard is de limiet vastgesteld op € 21,9 mln. De kasgeldlimiet is in het eerste en tweede kwartaal overschreden. Hierna is een deel van de kortlopende financieringen omgezet in een langlopende lening. Hiermee hebben we voldaan aan de wettelijke eisen op dit vlak.
Kredietrisico op verstrekte gelden
De gemeente verstrekt gelden uit hoofde van de publieke taak. Ter beperking van het risico worden bij het afsluiten van de financieringsovereenkomst zekerheden ten gunste van de gemeente gesteld.
Ultimo 2017 bedraagt de portefeuille van verstrekte leningen € 43,9 mln.
Ten behoeve van de verstrekte leningen aan Woonstichting De Zes Kernen zijn waarborgovereenkomsten gesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De startersleningen zijn verstrekt met een garantie van de Stichting Stimuleringsfonds volkshuisvesting Nederlandse gemeenten.
Met betrekking tot de lening aan de Stichting Vereniging gebouwen Hekelingen is een hypothecaire leningsovereenkomst gesloten.
Voor de overige verstrekte leningen zijn geen zekerheden gesteld. Hierdoor is het kredietrisico hoger voor deze leningen.
Debiteurenrisico
Het debiteurenrisico kan in grote lijnen worden onderverdeeld in handelsdebiteuren, debiteuren gemeentegaranties, belastingdebiteuren en debiteuren sociale uitkeringen. Op al deze gebieden voeren we een actief invorderingsbeleid, zo nodig voorzien van een actief aanmaningsbeleid. Als volgende stap worden vorderingen in handen gesteld van een extern deurwaarderskantoor en in het geval van sociale uitkeringen eventueel nog in handen van een sociaal rechercheur.
Bij het voeren van een debiteurenadministratie en het bewaken van de tijdige invordering blijven risico's van oninbaarheid aanwezig. Om de risico's die hiermee samenhangen zo goed mogelijk af te dekken zijn er binnen de uitvoerende afdelingen regels opgesteld en worden in voorkomend geval voorzieningen getroffen.
Risico's garanties en borgstellingen
De gemeente Nissewaard ondersteunt diverse organisaties binnen de gemeente bij het financieren van hun investeringen als deze organisatie niet zelf bij een geldgever terecht kan of wanneer de geldgever extra zekerheid nodig heeft. Hiervoor zijn in 2017 de beleidsregels garanties Nissewaard opnieuw vastgesteld.
In tegenstelling tot de dalende trend van de verstrekte leningen bij woningcorporaties nemen de gemeente borgstellingen toe. Dit geeft aan dat corporaties meer financieringen hebben aangetrokken onder gedeeltelijke borgstelling door de gemeente. Voor de gemeente Nissewaard is dit een gunstige ontwikkeling. Het risico met betrekking tot verstrekte leningen neemt hierdoor af. De financiering van corporaties door banken worden voor een groot deel afgedekt door waarborgfondsen. Deze waarborgfondsen hebben een AAA-status op de financieringsmarkt en zijn solide instellingen die voldoende waarborg bieden voor de aan de geldverstrekkers ten aanzien van de aflossingsverplichting. De gemeenten en het Rijk lopen als achtervang een minimaal risico.
De kans dat een gemeente als borg wordt aangesproken blijft aanwezig. Dit risico wordt als gering beschouwd vanwege de opzet van de achtervang en de gestelde zekerheden door de corporaties.
Het volgende overzicht geeft aan voor welk bedrag de gemeente Nissewaard risico loopt op afgegeven garanties en borgstellingen.
Garanties in euro's (x 1.000) | Ultimo 2017 |
Volkshuisvestingsgroep Woonbron Maasoevers | 139.128 |
Woontrefpunt Maasdelta | 225.000 |
Stichting Leeuw van Putten | 107.700 |
Woningstichting De Zes Kernen | 43.850 |
Woonzorg Nederland | 13.801 |
Diverse rechtspersonen | 20.379 |
Particuliere eigenaren Gemeente garantie oud | 5.046 |
Diverse particulieren Nederlandse Hypotheek Garantie | 100.000 |
Totaal | 604.954 |
De kasgeldlimiet stelt een grens aan de middelen die gemeente voor een periode van minder dan een jaar mogen opnemen voor de financiering van lopende uitgaven en tijdelijke liquiditeitstekorten. Bij de huidige rentestanden is het de vraag of er wel sprake is van een risico. De rente voor lange en korte leningen zijn laag en het verschil tussen de tarieven (spread) is klein. Bij een oplopend tarief wordt het risico weer reëel. De hoogte van de kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente, met een minimum van € 300.000.
In het overzicht hieronder wordt per kwartaal de ruimte of overschrijding van de kasgeldlimiet in beeld gebracht.
Kasgeldlimiet (kwartalen 2017) | Bedragen x € 1 miljoen | ||||
Methode | 1e | 2e | 3e | 4e | |
berekening | kwartaal | kwartaal | kwartaal | kwartaal | |
Omvang begroting per 1 januari 2017 | 257,7 | 257,7 | 257,7 | 257,7 | |
Grondslagpercentage | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | |
Toegestane kasgeldlimiet (€) | (1) | 21,9 | 21,9 | 21,9 | 21,9 |
Opgenomen gelden < 1 jaar | 40,0 | 50,0 | 23,3 | 21,7 | |
Schuld in rekening-courant | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Vlottende schuld | (2) | 40,0 | 50,0 | 23,3 | 21,7 |
Contante gelden in kas | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Tegoeden in rekening-courant | 7,8 | 18,1 | 29,3 | 10,4 | |
Overige uitstaande gelden <1 jaar | 0,0 | 0,9 | 0,3 | 0,4 | |
Vlottende middelen | (3) | 7,8 | 19,0 | 29,6 | 10,8 |
Toets kasgeldlimiet | |||||
Totaal netto vlottende schuld | (4) = (2)-(3) | 32,2 | 31,0 | -6,3 | 10,9 |
Toegestane kasgeldlimiet | (1) | 21,9 | 21,9 | 21,9 | 21,9 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | (1) - (4) | -10,3 | -9,1 | 28,2 | 11,0 |
De Wet Fido geeft aan dat de kasgeldlimiet niet mag worden overschreden. Indien een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, wordt de toezichthouder in een rapportage op de hoogte gebracht en dient een plan te worden overgelegd waarin is vermeld hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is aan goedkeuring onderworpen. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden wordt in het eerste of tweede kwartaal geanticipeerd op het teniet doen van de verwachte overschrijding door het aantrekken van langlopende leningen.
Indien de overschrijding het gevolg is van incidentele wijzigingen in de inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld met betrekking tot de grondexploitaties kan aan de toezichthouder een ontheffing worden gevraagd.
Deze overschrijding is denkbaar als er op korte termijn een grote ontvangst wordt verwacht. Dan wordt voor het tekort geen langlopende lening afgesloten.
De renterisiconorm ziet op het renterisico dat gemeenten lopen door herfinanciering van de schulden. Om een spreiding af te dwingen van de afloopdatum van de langlopende leningen is het bedrag dat in een jaar afloopt gemaximeerd. De norm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2.500.000. Bij het afsluiten van nieuwe financieringen wordt rekening gehouden met de renterisiconorm door renteherzieningen en grote aflossingen niet teveel in één jaar te laten plaatsvinden. Omdat veel leningen van de gemeente lineair worden afgelost is het risico op overschrijding van de renterisiconorm voor de gemeente Nissewaard niet groot.
Hieronder is een staat opgenomen waarin aflossingen en renteherzieningen in beeld zijn gebracht. De renterisiconorm is in 2017 niet overschreden. De verwachting is dat we de komende jaren ook onder de renterisiconorm blijven.
Renterisiconorm | Bedragen x € 1.000.000 | |||||
Reken-eenheid | Methode berekening | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
1a | Renteherziening op vaste schuld o/g | 0,0 | 0,0 | 2,0 | 3,4 | |
1b | Renteherziening op vaste schuld u/g | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
1 | Netto renteherziening op vaste schuld | (1a - 1b) | 0,0 | 0,0 | 2,0 | 3,4 |
2a | Betaalde aflossing | 40,6 | 34,5 | 29,8 | 28,8 | |
2b | Ontvangen aflossing | 2,6 | 5,6 | 1,6 | 4,1 | |
2 | Netto aflossing | (2a - 2b) | 38,0 | 28,9 | 28,2 | 24,7 |
3 | Renterisico | (1 + 2) | 38,0 | 28,9 | 30,2 | 28,1 |
4 | Renterisiconorm | 51,8 | 51,9 | 51,3 | 50,8 | |
Ruimte onder renterisiconorm | (3 < 4) | 13,8 | 23,0 | 21,1 | 22,7 | |
Overschrijding renterisiconorm | (3 > 4) | - | - | - | - | |
Berekening renterisiconorm | ||||||
4a | Begrotingstotaal jaar T | 258,9 | 259,7 | 256,4 | 253,9 | |
4b | Percentage regeling | 20,0% | 20,0% | 20,0% | 20,0% | |
4 | Renterisiconorm | 4a x 4b | 51,8 | 51,9 | 51,3 | 50,8 |
Gemeenten in Nederland zijn verplicht hun overtollige middelen dagelijks af te storten op de rekening-courant die wordt aangehouden bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën. De overtollige middelen van de lagere overheden worden hierdoor ingezet om de Nederlandse staatsschuld te verlagen. Aanwending van de middelen is slechts toegestaan ten behoeve van de publieke taak. Er geldt een drempelbedrag voor de dagelijkse afstorting. Hierdoor is het bankrekeningsaldo niet dagelijks € 0. De drempel is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 250.000 en een maximum van € 2.500.000. De drempel voor de gemeente Nissewaard over 2017 bedroeg € 1.932.345.
In 2016 is de Nota rentebeleid Nissewaard opgesteld. In deze nota wordt onder anderen beschreven hoe de gemeente omgaat met het renteresultaat en de toerekening van de rentelasten aan de verschillende activiteiten. Het renteresultaat wordt veroorzaakt doordat de werkelijke rentelasten afwijken van de rente die aan de gemeentelijke activiteiten wordt toegerekend. Er wordt gestreefd naar een zo gering mogelijk treasuryresultaat. Hiermee wordt een reëel beeld van de financieringslasten voor de activiteiten beoogd. De toegerekende rente is vastgesteld conform de methode die het BBV voorschrijft. De toegerekende rente bedraagt voor 2017 2,5% (2016: 4,5% en 2,2%). Aan grondexploitaties werd 2,1% rente toegerekend (2016: 2,2%).